dinsdag 12 mei 2015

Dansen

 Het bovenbeen schuurt tegen mijn kruis. De muziek zwalpt het einde tegemoet. Ondertussen ken ik zijn geur, de zachtheid van zijn haar en de hete, steeds klammender wordende hand in mijn lende. Ik vrees dat zijn vingers zich zullen nestelen in mijn vel. Zijn aderen vergroeid met de mijne. Mijn hartslag verhoogt en het lijkt alsof ik geen zuurstof meer in mijn longen gezogen krijg.. De boxen blijven maar melodie uitspuwen en ik sta op het puntje van huilen. Wanneer eindigt dit?

 ‘Goed,’ zegt hij en laat me los. Hij wacht niet tot er een nieuw lied wordt opgezet, maar onthecht zich nog voor ik het goed en wel besef. Mijn stilstaan doet de dansers rondom me draaien. Hoezeer ik wenste van hem los te zijn, zo begeer ik nu een aanraking. De plek waar zijn hand op mijn rug lag, is nat. Is het bloed? Heeft mijn tere huid zijn losscheuren niet verdragen of maak ik mezelf iets wijs?

 Mijn vingers glinsteren in het rode licht. Het is geen bloed. Een koppel danst tegen me aan en verontschuldigt zich niet. Ik zeg zelf sorry, maar mijn stem overstemt het geluid niet. Misschien heb ik niets gezegd?

 ‘Sorry,’ zeg ik nog eens. Harder deze keer. Een man zijn blik blijft bij me hangen terwijl hij zijn vrouw rond me heen draait. Nu ben ik gehoord. Als een tol die wankelend op haar einde draait sta ik op de vloer. Wat moet ik nu? Ik zoek naar een man, iemand die me kan opvangen, een hand die me begeleidt tijdens de laatste tonen.
 Het ritme verandert. Haast osmotisch ontruimt de dansvloer zich en komen er nieuwe schoenen in de plaats. Ik laat me vallen. De vloer is koud.